Bijwerkingen

Van chemotherapie kunt u bijwerkingen krijgen. Dit is per persoon en per kuur erg verschillend. De klachten komen meestal pas opzetten als u thuis bent. Voor een bepaalde periode kunt u zich wat zieker voelen, dit is een zogenoemde dip-periode. Na deze periode zal u weer wat opknappen. Het is daarom belangrijk dat u, en uw naaste, weet wat de klachten zijn en hoe u deze op kunt vangen.

Hier leest u de meest voorkomende bijwerkingen, en enkele tips om dit op te vangen. Welke bijwerkingen specifiek bij uw kuur kunnen voorkomen, zal tijdens het voorlichtingsgesprek uitgebreid worden besproken. Wanneer u met de muis op onderstaand onderwerp klikt, verschijnt er een korte uitleg.

Vermoeidheid

U kunt vermoeid zijn door lichamelijke, psychische en emotionele oorzaken. Vermoeidheid kan onder andere veroorzaakt worden door bloedarmoede. U heeft dan een tekort aan rode bloedcellen als gevolg van de chemotherapie. Dit kan zich lichamelijk uiten, zoals kortademig, duizelig of minder energie. Maar u kunt ook prikkelbaar of emotioneler worden. Vermoeidheid kan lang aanhouden, ook nog na afloop van de behandeling.

Tip: Zorg dat u rust neemt als u dat nodig heeft en verdeel de activiteiten over de dag. Probeer juist ook actief te blijven, door een lichte fietstocht of wandeling te maken. Maak het niet lastig voor uzelf: aanvaard aangeboden hulp en durf er ook om te vragen.

Eetlust

Doordat chemotherapie slijmvliescellen aantast, kunt u misselijk worden en kan uw smaak veranderen. Ook kunt u last krijgen van maagklachten, diarree of verstopping.

Tip: Er zijn goede medicijnen tegen de misselijkheid. Deze krijgt u ook toegediend tijdens uw chemokuur.

Tip: Probeer goed te blijven drinken (minstens 1.5 liter vocht per dag) en eet bijvoorbeeld (kleinere) maaltijden verspreid over de dag. U mag alles eten, eet vooral wat u lekker vindt en zorg goed voor uzelf.

Haaruitval

Uw haar kan uitvallen, dit is per behandeling verschillend. Als haaruitval voorkomt, begint dit na de eerste chemokuur zo rond de derde week. De hoofdhuid kan gevoelig of misschien pijnlijk aanvoelen. Behalve hoofdhaar kunnen ook wenkbrauwen, wimpers, en ander lichaamshaar uitvallen.
Als de behandeling is gestopt, zal uw haar weer gaan groeien en is na enkele maanden meestal goed hersteld, soms in een andere kleur of structuur.

Tip: U kunt zelf niets doen om haaruitval tegen te gaan. U kunt eventueel met sjaals of hoeden uw hoofd mooi bedekken. Er zijn ook kapperszaken die ervaringen hebben met het aanmeten van pruiken. Uw eigen kapper of de verpleegkundigen kunnen u hierover informeren. Of de kosten (of een deel daarvan) vergoed worden, kunt u nagaan bij uw ziektekostenverzekeraar.

Tip: Bij bepaalde kuren kan een hoofdkoelingsmethode worden ingezet, een ‘coldcap’, om haaruitval te voorkomen of te verminderen. De verpleegkundige kan u daarover informeren in het voorlichtingsgesprek.

Koorts en infecties

Door chemotherapie ontstaat er een tekort aan witte bloedcellen. Hierdoor bent u vatbaarder voor infecties, waardoor u ook koorts kunt krijgen.

Tip: Houd uw gezondheid en signalen als hoesten, keelpijn en diarree goed in de gaten. Bel het ziekenhuis wanneer u verschijnselen van koorts heeft (temperatuur hoger dan 38.5 graden en/of koude rillingen).

Tip: Voorkom infecties zo goed mogelijk. Probeer uit de buurt te blijven van drukke plekken (zoals het openbaar vervoer, winkels en voetbalstadions) en contact te vermijden met mensen met griep of verkoudheid.

Tip: Om infecties te voorkomen, is hygiëne belangrijk zoals schoon sanitair en persoonlijke verzorging.

Emoties

De diagnose en de behandeling met chemotherapie kunnen emoties oproepen. Dat is helemaal niet verwonderlijk. U kunt zich somber voelen, piekeren of bang zijn. Of lusteloos of energieloos.

Tip: Probeer erover te praten met uw naaste; probeer te omschrijven waar u mee zit. Ook uw naaste kan zich onzeker of angstig voelen.

Tip: Probeer activiteiten te doen die u energie geven, waar u blij van wordt. Bijvoorbeeld een theater- of concertbezoek, het bezoeken van een sportwedstrijd, of in de buitenlucht wandelen of fietsen. Met een korte wandeling of fietstocht houdt u ook uw conditie op peil.

Anders

Er zijn ook bijwerkingen die minder vaak voorkomen of die veroorzaakt worden door de ondersteunende medicatie. Denk hierbij aan bijvoorbeeld slaapproblemen. In het voorlichtingsgesprek wordt nog uitgebreid ingegaan op de eventuele bijwerkingen en adviezen.

Tip: Bij twijfel, neem altijd contact op met het ziekenhuis. Dit zal de verpleegkundige in het voorlichtingsgesprek ook benadrukken.

Een patiënt zei het volgende:

"Hoe je reageert op de behandeling is heel verschillend. Ieder mens is anders, en ook elke kuur is anders."